Tom werd op zijn negende gegrepen door een auto toen hij de straat overstak. Hij lag een maand in coma en revalideerde daarna jarenlang.

“Klas”
Voor mij is er veel veranderd sinds mijn ongeval. Voordien was ik de slimste van de klas, ik had zelfs klassen overgeslagen. Achteraf ben ik twee jaar blijven zitten. Toen werd ik gekleineerd en gepest door een groepje uit mijn klas. Daarom ga ik nu naar het OTL. Ik volg daar les en ik krijg psychologische begeleiding en microkine. Ik doe graag wiskunde, Frans, Engels en bedrijfseconomie.

“Je hart luchten”
Als ik het moeilijk heb, ziet mijn mama dat altijd. Ze steunt me dan. Ik word gauw kwaad. Aan haar kan ik dan vertellen wat er is. Ook op het OTL kan ik goed mijn hart luchten. Die leerlingen uit mijn oude klas die zo vervelend tegen mij deden, kom ik nu gelukkig niet meer tegen. Ik heb wel nog contact met enkele oudere kameraden, uit de klas van voor mijn ongeval. Die zijn zo oud als mijn broer. Hij heeft meer contact met hen, maar ik ook een beetje. De mensen uit mijn laatste klas belden me vanuit de klas op als ik ziek was, om me te pesten en uit te schelden. Ze hadden er geen enkel begrip voor dat ik me niet goed voelde. Eén keer heeft mijn meter hen bezig gehoord. Ze is toen naar school gegaan en die mannen hebben toen strafstudie gekregen.

“Slecht humeur”
Sinds het ongeval is mijn humeur zeker veranderd: ik ben veel sneller slechtgezind. Daar hoeft soms maar een kleine aanleiding voor te zijn. Bijvoorbeeld als mijn mama een opmerking maakt. Ik moet medicatie nemen die ervoor zorgt dat dit beter wordt, maar dat word ik soms beu. Als ik dan iets lelijks zeg, vraagt mijn mama: ‘Heb je je pilletje wel genomen?’ Daar kan ik echt niet tegen, als ze dat zegt. Dan word ik pas echt slecht gehumeurd!

“Vrienden”
Ik heb weinig vrienden. Er zijn er zoveel weggevallen, en dat vind ik wel jammer. Ik heb wel een hele goede vriendin, als sinds het eerste middelbaar. Daar kan ik echt goed mee opschieten. En ook met Bart, die ik in het OTL leerde kennen. Dat is eigenlijk een beetje cru: soms ben ik blij dat Bart ook zoiets ergs heeft meegemaakt. Want anders zouden wij elkaar nooit hebben leren kennen. We gaan soms bij elkaar logeren.

“Vrije tijd”
Vroeger deed ik niets in mijn vrije tijd. Nu speel ik sinds twee jaar tennis. Ik kijk ook regelmatig tv. En met mijn goede vriendin speel ik soms gezelschapsspelletjes.

“Winkel”
Vroeger wist ik nog absoluut niet wat ik wilde worden. Daarna heb ik eens een tijdje in een winkel geholpen en dat vond ik keiwijs. Het was een kruidenierszaak en ik heb er lang van gedroomd om dat later ook te gaan doen. Mijn mama staat op de markt, dus die zit ook al in de handel. Ik volg ook de richting handel. Nu ik op het OTL ben, begin ik te beseffen dat ik misschien nog meer kan. Ik weet dus nog niet precies wat ik zal gaan doen. Dat zal ik nog wel zien. Vroeger zong ik altijd veel, maar de mensen rondom mij zegden altijd dat ik vals zong. Op het OTL zeggen ze dat ik mooi kan zingen, dus wie weet kan ik zanger worden! Dat zou ik wel zien zitten. Ik luister veel naar muziek. Mijn lievelingslied is ‘My heart will go on’ van Céline Dion. Thuis op mijn kamer dans ik ook graag op muziek.

“Ouders”
Ik vind dat ouders beter niet te streng zijn. Als ze dat toch doen, gaan hun kinderen vanzelf proberen verder te gaan. Het is veel beter om de band gewoon goed te houden.